vrijdag 5 oktober 2007

Le Perroquet beschermd

Le Perroquet (Watteeustraat 31) is sinds kort beschermd.
Dit huidige restaurant bevat houten decoraties en glaswerk met art nouveau inslag

Andere beschermde cafés binnen de vijfhoek zijn Le Cirio, Falstaff, Greenwich en Mort Subite

Café Dada

Café Dada, dat moest wijken voor de uitbreiding van het cultuurhuis 'de buren', is op een andere plaats gereconstrueerd: Violetstraat 34.
De lambrisering is niet meegegaan, en wordt te koop aangeboden door de eigenaar.

http://www.brusselnieuws.be/site/rubrieken/1106728009/page.htm?newsID=1188388243

donderdag 4 oktober 2007

Het Goudblommeke

Het Goudblommeke van Papier is gerenoveerd en heropend. 'De meer dan tweehonderd lijsten hangen op hun oude plek, dankzij de foto-inventaris die indertijd werd gemaakt.. De reiniging van het interieur gebeurde onder supervisie van Monumenten en Landschappen.' (Brussel Deze Week, 13 tot 20 september 2007)
De oude koer is vervangen door een winterterras. De eerste verdieping is niet meer toegankelijk voor publiek, tenzij voor speciale gelegenheden.

http://www.brusselnieuws.be/site/rubrieken/1106728009/page.htm?&newsID=1191415096
info@goudblommekeinpapier.be

maandag 10 september 2007

Update 28 augustus 2007

Nog enkele cafés die mogelijk bedreigd zijn.
Zonder systematische wandeling stel ik op de ongeveer 80 cafés binnen de vijfhoek die als waardevol uit mijn onderzoek kwamen, één jaar na datum nu al in 8 gevallen verbouwing of sluiting (soms tijdelijk) vast.

Chez Maman Albertine (Fontainasplein 10)

Dit café was al grotendeels vernieuwd. In het nieuwe interieur bevond zich nog een zeer waardevolle maar ondergewaardeerde lambrisering en de resten van een houten gevelpui. Beide zijn nu verdwenen. In de plaats is een wasserette gekomen met een volledig nieuw interieur. Er valt te hopen dat de prachtige lambrisering niet vernietigd maar elders gerecupereerd is.
De luifels (ca. 1903) van dit pand en dat ernaast worden wel behouden. Atrium vzw houdt zich bezig met de restauratie ervan.

Kaaitheatercafé (Sainctelettesquare 18)

Het interieur, waarvan een groot deel in oorspronkelijke, hoewel eenvoudige art décostijl, is tijdens de huidige verbouwingen weggehaald.
Hopelijk wordt het nadien teruggeplaatst, zeker aangezien dit een onderdeel van een belangrijk gebouw in Nieuw Zakelijke stijl is en bovendien verbonden aan het kaaitheater, een gesubsidieerde instelling.

L'Espérance (Finisterraestraat 1-3)

Dit café, één van de mooiste in Brussel in art décostijl, is al een tijdje gesloten. Het interieur is intact. Hopelijk vindt het een goede bestemming.

Het Goudblommeke van Papier (Rue des Alexiens 53-55)
Het fragiele interieur wordt momenteel veranderd voor verbouwingswerken. Hopelijk blijft er zoveel mogelijk bewaard van de compositie van door de jaren heen verzamelde kunstzinnige voorwerpen.

Update 7 juli 2007

Hier wat recente informatie van historisch unieke en waardevolle café-interieurs binnen de vijfhoek waarvoor gevaar dreigt en waar een bescherming of opvolging vereist is.

La Felguera (Anderlechtsesteenweg 162)
staat leeg sinds 2 jaar
de kinderen van de voormalige uitbaatster overwegen de verkoop van het gebouw als geheel

De R/Botte Planchei (Voldersstraat 30)
staat al lang leeg
te huur gesteld door real estate, vraagprijs 2000euro/maand

La Fourmilière (
Stalingradlaan 2)
De bejaarde uitbater staat onder druk van de uitbreidingsplannen van het ernaast gelegen Comme Chez Soi, dat van dezelfde eigenaar is.

Samenvatting thesis

Toon Cappuyns, Cafés in Brussel-vijfhoek. Evolutie van een openbare ruimte (Lic. Thesis, Promotor Prof. T. Coomans, Vrije Universiteit Brussel), Brussel 2006.
Er wordt gezocht naar een synthese van de vormelijk en feitelijke evolutie van caféruimtes, een status-quo en een mogelijk toekomstbeeld. Het verhaal van de cafés wordt verteld als een evolutie van types, onderbroken door casestudies. Hierna worden kort diachronische verhalen verteld over de evolutie van het aantal, de oppervlakte, de functie en afzonderlijke elementen zoals meubilair, lambrisering, toog en terrassen. Verder wordt de vraag gesteld naar het openbare karakter van de caféruimte en haar plaats ten opzichte van andere openbare ruimtes. Het debat over ruimte versus plaats wordt in deze context aangehaald. Tenslotte wordt een status-quo gegeven van het café-erfgoed en een strategie geschetst voor inventarissen van vluchtig erfgoed. In een eerste bijlage zijn een uittreksel van de inventaris te vinden met de cafés van Brussel-vijfhoek die potentieel erfgoed zijn. Een tweede bijlage bevat spreidingskaarten van de cafés in 1950, 1969, 1997 en 2005 en typologische spreidingskaarten op basis van de inventaris van 2005.
Methode
De cafés zijn niet behandeld als architectuur maar als artefacten, of zelfs onderdelen van het artefact dat uitgemaakt wordt door het stedelijk weefsel. Op basis van formele kenmerken, zoals inrichting, grootte, datering, uitzicht, reminiscentie met andere zaken, drankprijs, ligging, enz., zijn ze geordend in een typologie, die samen met dateringen uit vooral het fonds openbare werken van het Archief Stad Brussel en uit de Annuaires du Commerce een chronologie opleverde die de basisstructuur kon vormen voor een verhaal. De vele microverhalen die worden verteld door de case studies, zijn samengevat in een evolutie van types.
Samenvatting van de evolutie
Het café als architecturaal type ontstaat pas laat. In 1830 zijn er enkele Grand Cafés in Brussel. Als in het laatste kwart van de negentiende eeuw het burgerlijke centrum vorm krijgt, neemt hun aantal sterk toe. Veel classicistische Grand Cafés verdwenen om plaats te maken voor brasseries en tavernes, met interieurs in neostijlen. De neo-Vlaamse Renaissance en de Moorse stijl bijvoorbeeld waren echte feeststijlen.
Voor de negentiende eeuw worden unaniem enorme aantallen genoemd voor de volkse drankzaken, zonder echter sporen van een consistente materiële cultuur. De veelheid van wisselende lokalen en functies tekende wél het ontstaan van de eerste sociale initiatieven en strategieën tegen de harde proletarisering, zoals het tijdelijk openen van een schenkplaats of het aanbieden van logement als loonsaanvulling, de spaarkassen, enz. De kleine ruimtes waarover het volk beschikte, speelden een grote rol in de sociale strijd.
Het Volkshuis overstijgt in belang zijn type en kan gelezen worden als een manifest voor caféarchitectuur. Het café vormde er de constructieve basis van het gebouw.
In de periode 1900-1910 is er een prelude van socialisering, parallel met het ontstaan van het stemrecht. Het terras werd gangbaar in het burgerlijk centrum en veel volkse zaken werden opgewaardeerd met uitbreidingen, het overspannen van ruimtes, decoraties en verwijzingen naar het Grand Café.
Het sociaal worden en het kwantitatief hoogtepunt van de caféarchitectuur vonden plaats in het interbellum. De ruimtelijke verkenning van het modernisme was ook in meer alledaagse interieurs merkbaar. De bedrijvigheid had als paradoxaal zwaartepunt wellicht het crisisjaar 1930, kort na de economische boom van de jaren 1920 en met het vooruitzicht van de wereldtentoonstelling in Brussel van 1935.
Na de tweede wereldoorlog neemt de interesse in caféarchitectuur af. Van de jaren 1940 komen nog enkele belangwekkende interieurs tot ons met late of volkse Art Décoinvloeden en van de jaren 1950 een taverne en een cafetaria in internationale stijl. Na de Tweede Wereldoorlog, en vooral vanaf de jaren 1970 valt niet alleen de kwaliteit maar ook het aantal sterk terug. Capaciteit en comfort van enkele strategisch gelegen zaken nemen wel nog toe.